Gespreksonderwerp van het moment is ongetwijfeld de “zaak De Pauw” waar Bart De Pauw vervolgd wordt voor feiten van belaging (in de volksmond ook wel stalking genoemd). Maar wanneer kan men nu van belaging spreken?

Artikel 442bis van het strafwetboek stelt: “Hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen.

”Hieruit volgt al dat belaging van een rechtspersoon niet mogelijk is omdat belaging kan worden gezien als een gedrag dat de gevoelsrust van de belaagde persoon verstoort, hetgeen alleen denkbaar is ten aanzien van een natuurlijke persoon.Om van belaging te spreken is niet per definitie een veelheid aan gedraging vereist.

Zo oordeelde het Hof van Cassatie reeds dat ook één enkele gedraging die door haar aard niet-aflatende of steeds terugkerende gevolgen heeft waardoor iemands persoonlijke levenssfeer ernstig wordt aangetast, het misdrijf belaging kan opleveren.Het loutere feit dat een slachtoffer de gedragingen als zeer verstorend ervaart, is op zich ook niet voldoende om van belaging te spreken. De rechter zal moeten oordelen of het gedrag in de algemene opinie zo wordt ervaren. Dit natuurlijk om te vermijden dat men personen met wel zéér lange tenen vrij spel geeft om zich als slachtoffer te manifesteren.

Tot 2016 was belaging een klachtmisdrijf hetgeen wil zeggen dat de procureur slechts tot vervolging kon overgaan indien er daadwerkelijk een klacht van een slachtoffer was. Thans is dit niet meer het geval en kan het openbaar ministerie mensen vervolgen voor belaging zelfs zonder uitdrukkelijke klacht.

Heeft u nog vragen over “stalking” (belaging)? Aarzel dan niet om één van de gespecialiseerde advocaten van Nevisis Advocaten te raadplegen.