Meester Jonathan Bogaerts van Nevisis Advocaten geeft een korte toelichting bij deze actuele vraag…

Tot voor enkele jaren geleden was de situatie eenvoudig: kreeg men een minnelijke schikking voorgesteld voor een verkeersovertreding en werd deze niet tijdig betaald, ging het openbaar ministerie over tot dagvaarding voor de politierechter.Zo kon men, indien men het niet eens was met de beslissing van het openbaar ministerie, door simpelweg niet te betalen de zaak toch laten voorleggen aan een onafhankelijke rechtbank.

Dit alles tot de wetgever het een artikel 65/1 Wegverkeerswet invoerde waarin men het openbaar ministerie de mogelijkheid biedt om een “bevel tot betalen” uit te brengen. Concreet kan het OM wanneer de minnelijke schikking niet tijdig betaald wordt, aan de overtreder een bevel tot betalen geven van de op de overtreding toepasselijke geldsom, verhoogd met 35% en desgevallend ook de bijdrage voor het slachtofferfonds. Dit alles zonder enige rechterlijke tussenkomst.

Het OM zal dus niet langer dagvaarden indien men de minnelijke schikking niet betaalt. De overtreder of zijn advocaat kan binnen de 30 dagen na ontvangst van het bevel tot betalen een verzoekschrift tot hoger beroep indienen bij de politierechtbank.In deze (nieuwe) procedure schuilen mogelijks toch enkele problemen.De wet spreekt alleen over de (on)ontvankelijkheid van het hoger beroep. Is dit hoger beroep ontvankelijk, wat het zeer snel is, dan wordt het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd.De enige ontvankelijkheidsvereiste die de wet stelt, is de vermelding van het nummer van het proces-verbaal of het systeemnummer.

Het openbaar ministerie is de mening toegedaan dat bij een ontvankelijk hoger beroep, de politierechter tevens over de grond van de zaak dient te oordelen. De wetgever heeft hier nochtans niets over opgenomen (wat waarschijnlijk een vergetelheid betreft). Het standpunt van het openbaar ministerie is niet zonder risico voor de rechtzoekende. Dit heeft tot gevolg dat wanneer je beroep aantekent tegen het bevel tot betalen, je voor de politierechtbank naast een geldboete ook een rijverbod riskeert.In huidige procedure wordt men in die zin verplicht om een strafvervolging lastens zichzelf in te stellen wat evident niet de bedoeling kan zijn en onwettig voorkomt.

Dit is meteen ook het grote verschil met de beroepsprocedure bij GAS-boeten daar dit een louter burgerlijke procedure betreft en de procureur hier geen enkele inspraak in heeft.Wordt het hoger beroep ontvankelijk verklaart dan wordt dit aan het openbaar ministerie medegedeeld en staat het het parket nog steeds vrij om alsnog tot dagvaarding over te gaan.Door de invoering van het bevel tot betalen in het verkeersrecht, heeft de wetgever het openbaar ministerie bijzonder veel macht gegeven. Burgers moeten zelf de zaak aanhangig maken bij de rechtbank, vaak niet wetende dat ze hierdoor (volgens de visie van het OM) een zwaardere straf riskeren.

De huidige tendens bij de ( Antwerpse) politierechters is dat men zich inderdaad gaat beperken tot een uitspraak over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Wanneer men toch over de grond van de zaak gaat oordelen, vraagt de politierechter aan de rechtzoekende om vrijwillig te verschijnen ter zitting. Zoals gezegd, is het openbaar ministerie een andere mening toegedaan, en tekent zij consequent hoger beroep aan tegen deze vonnissen.In maart wordt een eerste uitspraak in graad van beroep verwacht, al is het maar de vraag of de discussie hier zal stoppen. De kans lijkt ons bijzonder groot dat uiteindelijk een hoger rechtscollege een definitieve halt aan deze onduidelijkheden zal moeten toeroepen. Een andere optie is natuurlijk een wetswijziging.

Als u hier nog vragen over heeft, kan u bij Nevisis Advocaten steeds één van onze advocaten, gespecialiseerd in verkeersrecht contacteren.