“Parket wil agenten van dodelijke schietpartij niet vervolgen: ze handelden uit wettige zelfverdediging”

U zal deze krantenkop uit Het Laatste Nieuws van 9 juni 2020, misschien ook hebben opgemerkt?

Wanneer kan iemand zich beroepen op de wettige zelfverdediging? Wat zijn de toepassingsvoorwaarden?

  • Een eerste vereiste is dat men geconfronteerd wordt met een aanval tegen zichzelf of tegen een derde persoon. Opkomen voor de belangen van anderen mag.
  • Ten tweede dient die aanval onrechtmatig te zijn. Tegen een rechtmatige aanval is geen verdediging toegelaten. Zo zal bijvoorbeeld een persoon die zich verzet tegen een wettige arrestatie van de politie, zich niet kunnen beroepen op de wettige zelfverdediging.
  • De aanval moet ook voldoende ernstig en actueel zijn. Eens de aanval voorbij is, kan men niet langer spreken van wettige zelfverdediging.
  • Tot slot dient het verweer noodzakelijk en evenredig te zijn. Dit houdt in dat het verweer in verhouding moet staan met de aanval en dat er geen enkele andere manier mag geweest zijn om de aanval af te wenden. Indien vluchten een optie was, dan kan men opnieuw geen beroep doen op de wettige zelfverdediging.

Een rechter zal steeds geval per geval bekijken en beoordelen of de reactie van de persoon in kwestie noodzakelijk en evenredig was met de aanval.

Kan men zich succesvol beroepen op de wettige zelfverdediging, dan wordt de daad die men heeft gesteld geoorloofd en is er aldus geen sprake meer van een misdrijf.

Klinkt deze situatie u bekend of wenst u hierover nog wat meer informatie? Dan kan u contact opnemen met één van onze gespecialiseerde strafrechtadvocaten.