Het B.A.S moet beslissen over het toekennen van de licenties aan de clubs uit de Jupiler Pro League.

Een aantal clubs kregen de voorbije weken een negatief rapport van de licentiecommissie van de Belgische Voetbalbond. Door dit negatieve rapport worden zij in principe uitgesloten van deelname aan de competitie waarvoor zij een licentie aanvroegen en dienen zij in de regel te degraderen naar een lager niveau. Tegen de beslissing van de licentiecommissie staat nog wel een beroep open bij het B.A.S.. Een beroepsmogelijkheid die werd aangegrepen door de meeste clubs wiens licentie werd geweigerd.

Maar wat is het B.A.S. nu eigenlijk?

Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport werd in 1991 opgericht onder toezicht van het B.O.I.C. als Belgische Arbitragecommissie voor de Sport. Aanvankelijk bleef het aantal zaken dat door dit B.A.S. werd behandeld zeer beperkt. In 2012 werden de statuten van het B.A.S. gewijzigd en werd het omgedoopt tot Belgisch Arbitragehof voor de Sport. Omdat sindsdien verschillende sportorganisaties een procedure bij het B.A.S. in hun reglementen hebben opgenomen, wint dit arbitrageorgaan aan belang en stijgt het aantal procedures die er worden gevoerd.

Het B.A.S. is een arbitragehof, dit wil zeggen dat partijen voorafgaandelijk aan de procedure een akkoord kunnen sluiten om hun geschil voor te leggen aan deze instantie in plaats van aan een rechtbank. Artikel 1681 van het Gerechtelijk Wetboek definieert arbitrage als een geschillenoplossing

in privaatrecht op basis van een overeenkomst waarin de partijen in een rechtsrelatie personen of een instelling aanwijzen om een bepaald afgelijnd geschil op te lossen.

Arbitrage heeft tot voordeel dat procedures goedkoper, maar vooral veel sneller kunnen verlopen, wat vooral in de sportwereld een vlot verloop van de competities kan garanderen. Daarenboven beschikt het B.A.S. over gespecialiseerde arbiters die voeling hebben met de sportwereld in het algemeen en met de verschillende sporttakken in het bijzonder.

De procedure

De procedure voor het B.A.S. staat beschreven in het reglement, partijen dienen zich hiermee akkoord te verklaren, voorafgaand aan de procedure. Uiteraard dienen ook de dwingende regels van het Gerechtelijk Wetboek in acht te worden genomen.

De partijen verbinden zich er tevens toe dat de uitspraak van het B.A.S. een definitief einde zal stellen aan hun geschil. Bij de meeste zittingen is het B.A.S. samengesteld uit drie arbiters, te kiezen uit een lijst van een veertigtal arbiters die in principe voor twee jaar wordt vastgelegd. Elke partij mag 1 arbiter aanduiden en deze duiden dan samen een derde arbiter aan die als voorzitter zal fungeren.

Het verloop van de procedure voor het B.A.S. is zeer strict gereglementeerd. Zo kunnen nieuwe stukken bijvoorbeeld tot 12 uur voor de zitting worden neergelegd. Dit reglement zorgt ervoor dat het B.A.S. een zeer strak tijdsschema kan aanhouden, wat noodzakelijk is bij het voeren van dergelijke procedures omdat onzekerheid zou kunnen leiden tot vertraging in of uitstel van sportcompetities.

Uitspraken van het B.A.S. zijn in principe niet vatbaar voor hoger beroep. Dit dient wel genuanceerd te worden daar een partij naar de burgerlijke rechtbank zou kunnen stappen om de wettigheid van de beslissing van het B.A.S. aan te kaarten. Op basis van artikel 1717 van het Gerechtelijk Wetboek kan een vordering tot nietigverklaring worden ingeleid bij de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank van eerste aanleg heeft echter geen inhoudelijke bevoegdheid meer over het geschil, het gaat enkel over een beperkte wettigheidstoetsing.

Wat nu met de licenties?

In de reglementen van de K.B.V.B. staat vermeld dat beslissingen van de licentiecommissie kunnen aangevochten worden bij het B.A.S.. Dit houdt in dat elke club zich reeds akkoord heeft verklaard met de te volgen procedure, dit door haar lidmaatschap op zich. In het verleden bestond wel wat kritiek op deze werkwijze omdat dit de vrije keuze om een geschil al dan niet voor te leggen aan een arbiter, wat wettelijk voorzien is voor arbitragegeschillen, danig zou inperken. Verscheidene nationale rechtbanken alsook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben inmiddels gesteld dat een dergelijk reglement van een sportbond waarin arbitrage wordt vermeld, wel degelijk rekening houdt met de vrije keuze van de clubs. Elke club heeft immers de vrije keuze om al dan niet toe te treden tot de K.B.V.B en zijn reglementen te aanvaarden.

De beslissing van het B.A.S. zal in principe dan ook bindend en definitief zijn. Het is de laatste kans voor de clubs om alsnog hun licentie voor volgend seizoen te bemachtigen. De partijen hebben tijdens de procedure wel nog de kans om bijkomende stukken toe te voegen aan hun dossier teneinde dit te vervolledigen. Betalingsbewijzen of bankgaranties die nog niet konden neergelegd worden voor de licentiecommissie kunnen dus wel nog in overweging genomen worden door het

B.A.S..

Het valt nu af te wachten wat de uitspraak van het B.A.S. zal zijn in de verschillende licentiedossiers en of de clubs die geen licentie ontvangen zullen trachten om via de rechtbank van eerste aanleg een vordering tot vernietiging in te stellen. In elk geval zal deze uitspraak van belang zijn voor de beslissing van de Pro League in verband met het competitieformat voor volgend seizoen. Het spreekt voor zich dat veel clubs uitkijken naar de beslissingen die het B.A.S. zal nemen in de verschillende dossiers.