Op 1/8/17 besliste de Nederlandse Internationale Rechtshulpkamer (IRK) om voorlopig de overleveringsverzoeken vanuit België op te schorten in afwachting van meer informatie over de leefomstandigheden in de Belgische gevangenissen. De IRK had reeds in enkele individuele gevallen beslist om voorlopig geen overlevering toe te staan, maar zou dit nu ook als algemene beleidsregel invoeren.

De Internationale Rechtshulpkamer is een onderdeel van de rechtbank in Amsterdam, en zij is als enige bevoegd om te oordelen over verzoeken tot uitlevering/overlevering van verdachten. Enkele Nederlandse advocaten hadden de IRK attent gemaakt op het recente rapport van het Comité ter preventie van foltering en onmenselijke behandeling van de Raad van Europa. In dit rapport wordt onomwonden gesteld dat de toestand in de Belgische gevangenissen tijdens periodes van staking door de cipiers, erbarmelijk is. Voor het eerst werd een West-Europees land publiekelijk de mantel uitgeveegd door het Comité:

Tijdens zijn verschillende bezoeken in de 47 lidstaten de jongste 27 jaar heeft het comité nooit zoiets gezien op zo’n schaal en met zulke risico’s die erdoor veroorzaakt worden”

Het gevolg van de beslissing van de IRK is niet dat Nederland geen enkele verdachte meer zal uitleveren aan België, maar wel dat er eerst garanties moeten gegeven worden dat de leefomstandigheden in de Belgische gevangenissen geen schending uitmaken van artikel 3 EVRM (verbod op foltering en onmenselijke behandeling). De IRK heeft nu aan de Belgische overheid gevraagd om recente uitspraken te bezorgen omtrent de detentieomstandigheden in de Belgische gevangenissen.

Deze vraag om bijkomende informatie is in overeenstemming met een beslissing van het Europees Hof voor Justitie van 5 april 2016 in de zaken Pal ARANYOSI en Robert CALDARARU. Hierin werd beslist dat lidstaten van de Europese Unie de verplichting hebben om de tenuitvoerlegging van een Europees Aanhoudingsbevel te weigeren, wanneer er belangrijke aanwijzingen zijn dat de uitvaardigende lidstaat artikel 4 van het Handvest van de Europese Unie schendt. Dit artikel 4 van het Handvest van de Europese Unie stemt overeen met het verbod op foltering en onmenselijke behandeling vervat in artikel 3 van het EVRM.

Voor alle duidelijkheid, het Comité heeft in haar rapport de toestand in de Belgische gevangenissen aangeklaagd tijdens periodes waarin er gestaakt wordt. Het rapport is opgesteld naar aanleiding van bezoeken door het Comité aan enkele gevangenissen in de lente van 2016, toen er maandenlang gestaakt werd in de Brusselse en Waalse gevangenissen. Het Comité had reeds in eerdere rapporten over de Belgische gevangenissen de aanbeveling verstrekt om een minimale dienstverlening te voorzien tijdens stakingen. Dit is echter nog steeds niet het geval. Minister van Justitie Koen Geens heeft inmiddels wel al laten weten dat de regering de minimale dienstverlening wil invoeren. Dit zal ongetwijfeld nog tot meer stakingen leiden…

V. Andries